Kennisdomein kwaliteit, veiligheid en toezicht in sociaal domein - Move professionals
Kennisdomein kwaliteit, veiligheid en toezicht in sociaal domein
Sociaal domein is het veld dat uitvoering geeft aan de Jeugdwet, Participatiewet, Wmo en deels de wet Publieke gezondheid. Hierin werken gemeenten en maatschappelijke organisaties samen aan gezondheid, welzijn en veiligheid.
In het organisatieadvies, het beleidsadvies en de calamiteitenonderzoeken van Move professionals in Utrecht krijgen we te maken met vraagstukken en dilemma's over kwaliteit, veiligheid en toezicht in het sociaal domein. We volgen dit thema en verzamelen de belangrijkste kennisbronnen. We delen dat overzicht graag met onze volgers en klanten 🔗 (portfolio).
Toezicht Sociaal Domein (TSD)
In het Toezicht Sociaal Domein (TSD) werken 4 rijksinspecties samen. De samenwerkende inspecties zijn verantwoordelijk voor zowel het toezicht op de kwaliteit van de uitvoering door de onder toezicht staande organisaties (via sectoraal toezicht), als voor de kwaliteit van de samenwerking van de onder toezicht staande organisaties (via samenwerkend toezicht). Ze richten zich op de vraag of kwetsbare jeugdigen en volwassenen tijdig de zorg en ondersteuning krijgen die zij nodig hebben. Het gaat om de uitvoering door gemeenten van de:
- Participatiewet
- Jeugdwet
- Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)
- Wet passend onderwijs
De vier inspecties die binnen Toezicht Sociaal Domein samenwerken zijn:
- Inspectie Justitie en Veiligheid
- De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd
- Inspectie van het Onderwijs
- De Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Sociaal domein regie
Deze website is een handreiking voor regisseurs, gemeenten en instellingen die verantwoordelijk zijn voor de regie van zorg en ondersteuning aan kwetsbare gezinnen. Wat heeft een goede regisseur nodig aan kennis, competenties en bevoegdheden? Wat moet voor de regisseur geregeld zijn?
- Website regie sociaal domein
Toezicht op rechtmatigheid in sociaal domein
Niet de rijksinspecties, maar de gemeenten houden toezicht op de rechtmatigheid van de voorzieningen in het sociaal domein. Gemeenten dienen op grond van artikel 2.1.3 lid 4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015 in de verordening regels opstellen over de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een maatwerkvoorziening of een PGB.
Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)
De Wmo 2015 verplicht gemeenten daarnaast tot het uitvoeren van periodieke heronderzoeken naar toegekende maatwerkvoorzieningen en PGB’s. Hoe vaak die onderzoeken moeten plaatsvinden is niet in de Wmo 2015 geregeld. Gemeenten kunnen zelf prioriteiten stellen en daarbij rekening houden met fraudegevoeligheid van bepaalde voorzieningen. Het is belangrijk dat een gemeente zich er bij de opdrachtverstrekking aan de toezichthouder van bewust is dat het toezicht op de rechtmatigheid vraagt om een specifieke expertise.
Toezicht in Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo 2015. Vanaf 1 januari 2015 zijn ze ook verantwoordelijk voor het toezicht daarop. Op onderstaande website veel handreikingen en factsheets
De IGJ gaat vanaf 2020 meer focus leggen op gebieds- en regiogerichte inrichting van zorg. Dat vraagt om een sector overstijgende blik, zo stelt IGJ. Waar nodig gaat ze daarvoor meer samenwerken met het Wmo-toezicht van gemeenten. Daarnaast biedt de inspectie ook ondersteuning aan gemeenten bij de uitvoering van het Wmo-toezicht. Dat gaat bijvoorbeeld om praktische ondersteuning in samenwerking met de Wmo-toezichthouder, zoals bij onderzoeken naar aanleiding van gemelde calamiteiten. De invoering van de Wmo 2015 legt de verantwoordelijkheid voor de maatschappelijke zorg en het toezicht hierop bij gemeenten. In een jaarlijkse rapportage aan de minister over het Wmo-toezicht, geeft IGJ een beeld van het toezicht zelf en van aandachtspunten en aanbevelingen voor verbetering. In november van dit jaar drong de inspectie naar aanleiding van de rapportage van 2018 er op aan dat gemeenten vaart maken met het vormgeven van hun wettelijke verplichte toezichttaak in de Wmo. Het toezicht op de Wmo in Nederland zou niet overal van een gelijkwaardig en voldoende niveau zijn.
Toezicht in jeugdzorg
Het toezicht op de jeugdzorg is belegd bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ)
Meeste gestelde vragen vanuit het sociaal domein worden beantwoordt op de website van de VGN
Kwaliteit in sociaal domein
Toezicht Sociaal Domein en Augeo Foundation hebben een gratis online oefencasus ontwikkeld om professionals te helpen: ‘Samen leren van calamiteiten’. Met een realistische casus en een handreiking voor nabespreking. Iedere keer bekeken vanuit het perspectief van een andere professional: de huisarts, de kinderopvang, de ggz, het onderwijs, de wijkteams enzovoort.
-
E-learning samen leren van calamiteiten
Hoe kun je als gemeente leren van een calamiteit, zoals de gewelddadige dood van een kind? Het Verwey-Jonker instituut schreef in het kader van het traject Vernieuwen van integraal toezicht in het sociaal domein een publicatie die gemeenten helpt bij het evalueren van een calamiteit.
- Meer informatie over de handreiking leren van een calamiteit of Website Verwey Jonker
Toezicht Sociaal Domein (TSD) en Integraal Werken in de Wijk (IWW) werken aan een zelfevaluatietool voor gemeenten en uitvoeringspartners. De zelfevaluatie geeft een beeld van welke weg de inwoner aflegt als hij zorg of ondersteuning nodig heeft en hoe de samenhang tussen de geleverde zorg of ondersteuning is. Het is een hulpmiddel dat gemeenten en partners in het sociaal domein ondersteunt bij het gesprek over wat goed gaat, wat beter kan en welke afspraken nodig zijn. Bij het opstellen van de onderwerpen in de tool is rekening gehouden met waar inspecties op toetsen (Toezichtkader Stelseltoezicht Jeugd en Toezichtkader Stelseltoezicht Volwassenen in het Sociaal Domein).
Informatie delen in sociaal domein
Het gebrekkig delen van informatie loopt als een rode draad door met name de calamiteitsonderzoeken van TSD. Het optimaal delen van informatie is een basisvoorwaarde voor het geven van passende zorg en ondersteuning aan kwetsbare burgers en gezinnen.
Veiligheid in sociaal domein
Veiligheidshuizen zijn netwerksamenwerkingsverbanden, die partners uit de strafrechtketen, de zorgketen, gemeentelijke partners en bestuur verbinden in de aanpak van complexe problematiek. Het doel van de samenwerking is het terugdringen van overlast, huiselijk geweld en criminaliteit. De ketenpartners signaleren problemen, bedenken oplossingen en voeren die samen uit. Werkprocessen worden op elkaar afgestemd, zodat strafrecht en zorg elkaar aanvullen. Ingezet wordt op gedragsverandering, recidivevermindering en verbetering van de kwaliteit van leven van de delinquent. Men gaat dadergericht, gebiedsgericht en probleemgericht te werk.In de Veiligheidshuizen participeren onder andere: Gemeenten, Politie, Openbaar Ministerie, Raad voor de Kinderbescherming, Reclasseringsorganisaties en Welzijnsorganisaties.
Veelvoorkomende criminaliteit (ZSM)
Meer informatie over de samenwerking tussen zorg en veiligheid
Verward gedrag
Melden calamiteiten Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)
Een calamiteit is “een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van een voorziening en die tot een ernstig schadelijk gevolg voor of de dood van een cliënt heeft geleid”. Geweld bij de verstrekking van een voorziening: seksueel binnendringen van het lichaam van of ontucht met een cliënt, alsmede lichamelijk en geestelijk geweld jegens een cliënt, door een beroepskracht dan wel door een andere cliënt met wie de cliënt gedurende het etmaal of een dagdeel in een accommodatie van een aanbieder verblijft. (Definitie Wet maatschappelijke ondersteuning 2015)
Aanbieders van maatschappelijke ondersteuning in Nederland zijn verplicht calamiteiten of geweld te melden bij de toezichthoudend ambtenaar van de gemeente. Deze rol en taak is binnen iedere gemeente verschillend belegd.
Op dit moment loopt een traject om de meldfunctie wettelijk te verankeren.
Melden calamiteiten jeugdzorg
Jeugdhulporganisaties, gecertificeerde instellingen, de Veilig Thuis organisaties en de Raad voor de Kinderbescherming zijn volgens de Jeugdwet verplicht calamiteiten bij de IGJ te melden.
Rapportage en onderzoeken
Sociaal domein - Kenniscentra
Maatschappelijke hulpverlening (opvang en beschermd wonen) - Move professionals
Maatschappelijk hulpverlening (maatschappelijke opvang en beschermd wonen)
Move professionals voert Prisma calamiteitenonderzoek uit voor organisaties die maatschappelijke opvang en beschermd wonen bieden. In dit kennisdomein delen we kennis over deze vormen van hulpverlening.
Organisaties binnen de maatschappelijke hulpverlening bieden onderdak, ondersteuning en veiligheid aan kwetsbare burgers binnen gemeenten. In dit kennisdomein van Move professionals delen we kennis over de maatschappelijk hulpverlening. De doelgroepen van de maatschappelijke opvang en beschermd wonen lopen min of meer vloeiend in elkaar over.
Op de volgende website 🔗 HHM doelgroepindeling is een de indeling te downloaden.
Maatschappelijke opvang
Onderdak en begeleiding voor personen die de thuissituatie hebben verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving (Wmo 2015, artikel 1.1.1).
In de maatschappelijke opvang wordt het volgende onderscheid gemaaktL
- nacht- en crisisopvang
- kinderen en gezinnen in de crisisopvang
- jongeren
Doelgroep maatschappelijke opvang
De doelgroep van de maatschappelijke opvang (mo) zijn dak- en thuislozen. Het kan gaan om alleenstaande daklozen, dakloze gezinnen, zwerfjongeren en uitgeprocedeerde asielzoekers. De onderscheiden doelgroepen binnen de MO zijn:
- Daklozen met OGGZ problematiek
Bij deze groep is sprake van ernstige psychiatrische problematiek en/ of verslaving. - Daklozen zonder OGGZ problematiek de zogenaamde economische daklozen
Dit zijn mensen die dakloos worden als gevolg van (een combinatie van) schulden, werkloosheid en/of hypotheeklast. Het zijn mensen die alleen op het gebied van huisvesting niet zelfredzaam zijn en niet terug kunnen vallen op voorliggende voorzieningen en/of eigen sociale netwerk. Zij zijn niet zelfredzaam genoeg zijn om zelf regie te voeren over hun eigen probleem én oplossing. - Uitgeprocedeerde asielzoekers en ongedocumenteerden. Aan deze groep wordt opvang geboden in de vorm van bed-bad-brood.
- Mensen voor wie nog geen plek is binnen beschermd woren. Aan deze groep wordt overbruggingszorg geboden.
Informatie dakloosheid overheid
Briefadres voor mensen zonder vast woon- en verblijfplaats
Mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats, zoals mensen in de maatschappelijke opvang hebben vaak geen briefadres.
Meer informatie over het kunnen krijgen van een briedadres is te vinden op: Informatie over het krijgen van een briefadres
Beschermd wonen
Beschermd wonen is een verzamelterm voor verschillende woonvormen voor mensen die door hun beperkingen (tijdelijk) niet zelfstandig kunnen wonen. In Nederland zijn verschillende organisaties die beschermd wonen aanbieden. Beschermd wonen biedt zorg, begeleiding en ondersteuning die gericht is op herstel zodat mensen kunnen deelnemen aan de samenleving.
Grofweg wordt een onderscheid gemaakt in woonvormen voor mensen die:
1. Niet zelfstandig kunnen wonen = Beschermd wonen binnen het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz)
2. Tijdelijk niet zelfstandig kunnen wonen = Beschermd wonen binnen het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
3. Zelfstandig wonen en daarbij (intensieve) professionele hulp nodig hebben = Begeleid zelfstandig wonen
In de Wet maatschappelijk ondersteuning wordt het als volgt omschreven: Wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische-of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving (Wmo 2015, artikel 1.1.1).
De overheid maakt het volgende onderscheid in beschermd wonen
De overheid gebruikt de volgende omschrijvingen voor de vormen van beschermd wonen (van licht naar intensief)
- Begeleid wonen of woonbegeleiding: Woonbegeleiding
- Beschermd wonen: zie Beschermd wonen
- GGZ wonen: GGZ wonen
Doelgroep beschermd wonen
Beschermd wonen (BW) is er voor mensen met een (ernstige) (chronische) psychiatrische aandoening (EPA) en voor mensen met ernstige psychosociale problemen. Vaak ervaren zij problemen op meerdere leefgebieden. Ook kan sprake zijn van verslavingsproblematiek en chronische en somatische aandoeningen. Het gaat om gemêleerde doelgroepen, jongeren, jong volwassenen, volwassenen en ouderen.
Financiering en wettelijk kader beschermd wonen
Beschermd wonen wordt geboden binnen verschillende wettelijke (financiële) kaders:
-
Jeugdwet (JW)
-
Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)
-
Wet langdurige zorg (Wlz)
-
Wet forensische zorg (Wfz)
Meer informatie over beschermd wonen en de Wlz
De Wet langdurige zorg (Wlz) is er voor mensen die blijvend permanent toezicht nodig hebben of 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig hebben. Voor het leveren van verblijfszorg geldt voor alle zorgprofielen dat een zorgaanbieder moet kunnen aantonen op welke wijze het permanente toezicht of de 24 uur per dag zorg in nabijheid in de zorginstelling geregeld wordt. Dit betekent bijvoorbeeld dat er altijd iemand aanwezig is die met zijn of haar kennis en vaardigheden aansluit bij de (zorg)vragen en (zorg)behoeften van de klanten en bevoegd en bekwaam is voor de vereiste zorgtaken. De wijze waarop het toezicht ingericht is, zal per doelgroep en per locatie verschillen wordt afgestemd op de bewoners.
Overzicht veelgebruikte methodieken beschermd wonen
Onafhankelijke cliëntondersteuning
Er zijn onafhankelijke clientondersteuners die werken vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en die aangeboden wordt via de gemeente. En er bestaan onafhankelijke clientondersteuning vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). Deze wordt aangeboden via het zorgkantoor in de regio en is beschikbaar voor mensen die al beschikken over een Wlz-indicatie. Movisie heeft een themakaart gemaakt over de overgang van de Wmo naar de Wlz en waarom onafhankelijke cliëntondersteuning daarin zo belangrijk is.
Melden van calamiteiten en calamiteitenonderzoek bij beschermd wonen
Vanuit de Wlz is de Wkkgz van toepassing. Deze wet gaat over goede zorg, openheid over fouten en incidenten en de bereidheid daarvan te leren. Ook een zorgvuldige omgang met klachten in de zorgverlening wordt in de wet geregeld. Het toezicht en de meldplicht bij calamiteiten is geregeld in de wet. Vanuit de meldplicht bij calamiteiten komt ook het uitvoeren van calamiteitenonderzoek.
Toezicht beschermd wonen en het melden van calamiteiten
- Melden van calamiteiten
- Toezicht beschermd wonen
- Toezicht beschermd wonen voor cliënten met een forenische zorgtitel (zie antwoord 8)
De Wet verplichting geestelijke gezondheidszorg voor cliënten beschermd wonen
Kenniscentra beschermd wonen en maatschappelijke opvang
Folders van Move professionals
Folders Prisma plus methode
Prisma+ 8-Stappenmodel voor calamiteitenonderzoek